Gedichtenanalyse
Ilja Leonard Pfeijffer is een Nederlandse dichter, maar schrijft ook andere dingen zoals romans, columns, theaterstukken en songteksten. Hij is geboren in Rijswijk op 17 januari 1968. Hij is op dit moment dus 50 jaar en is verhuisd naar Italië.
Drie belangrijke bundels van deze dichter zijn “Het glimpen van de welkwiek”, “Dolores” en “De man van vele manieren, verzamelde gedichten”.
De thema’s waar hij vaak poëzie over schrijft zijn zeer uiteenlopend. Ik heb door enkele dichtbundels gebladerd en ook op het internet rondgekeken. Hij heeft echt gedichten over alle thema’s die je kan bedenken. Vaak over niet zo’n brede thema’s, maar over iets specifiek. Ik vond wel maar weinig gedichten met thema liefde. Hij mag wel het poëziegeschenk schrijven voor de poëzieweek van 2015. Het thema hiervan zal liefde zijn. Ik ben dus heel erg nieuwsgierig hoe hij dat op papier zal zetten!
Hij won al verschillende prijzen. In 1998 bijvoorbeeld, toen won hij de C. Buddinghprijs met zijn dichtbundel “Van de vierkante man”. Deze bundel was ook genomineerd voor de VSB Poëzieprijs.In 2003 won Pfeijffer de J.C. Bloemprijs voor “Het glimpen van de melkwiek” en later dat jaar ook nog de Hugues C. Pernathprijs. In 2013 verscheen “La Superba”. Dit werk kreeg fantastische kritieken en was genomineerd voor tal van prijzen. “La Superba” won uiteindelijk de Libris Literatuurprijs in 2014. Hij heeft niet enkel voor zijn poëzie vele prijzen gewonnen, maar ook voor zijn proza.
De dichtbundels die hierboven vermeld zijn zijn de bekendste bundels van Pfeijffer.
Een gedicht dat ik heb uitgekozen van Ilja Leonard Pfeijffer:
De wolkenverzamelaar
dat jij wolken kon maken pappa
die stil bleven hangen in zonlicht
voor mij om veilig onder te spelen
vond ik van al jouw wonderen
misschien de almachtigste
ik was vergeten
maar vanochtend zag ik
in een streep zonlicht
dat ik boven het bureau een prachtig
wolkendek had gerookt
van bijna olympische allure
Ilja Leonard Pfeijffer
BRON: Pfeijffer I.L. (1998). Van de vierkante man. Amsterdam: De Arbeidspers.
Verklaring van de titel
Het gedicht gaat over wolken. Volgens mijn persoonlijke interpretatie eerst wolken in de lucht en in het tweede deel van het gedicht rookwolken. Ik veronderstel dat dit hier rookwolken zijn van een sigaret dat het personage aan het roken is aan zijn bureau.
Daarom is de titel volgens mij zeer goed uitgekozen. Het geeft goed weer waarover het gedicht gaat, maar daarna wordt de lezer verrast door het ‘andere soort’ wolk. Dat is een wending in het gedicht. Voor je het gedicht begint te lezen zal je waarschijnlijk het idee hebben dat het over de lucht gaat, wolken in de lucht. Toch is dit niet helemaal zo in het tweede deel.
Lyrisch ik
Volgens mij is het gedicht een gedachte van de schrijver zelf. Hij denkt terug aan vroeger, vooral in het eerste deel van het gedicht. Hij denkt dan ook een beetje kinderachtig, of schrijft het in ieder geval zo neer.
In het tweede deel laat hij weten dat hij er al lang niet meer aan gedacht had, aan vroeger. Want hij was het vergeten zegt hij. Het tweede deel komt veel volwassener over. Volgens mij wil hij op deze manier weergeven in het eerste deel hoe het vroeger was als hij klein was en in het tweede deel hoe hij het nu bekijkt. En het gaat beide over wolken.
Het lyrisch ik is dus de schrijver, in dit geval I.L. Pfeijffer. Het is het verwoorden van zijn gedachten over vroeger. Hij zit volgens mij ook op dit moment aan zijn bureau te denken en te schrijven. Het is bedoeld voor de lezer. Er zit, misschien onbewust, ook een boodschap achter. Ik weet natuurlijk niet of dat het plan was of dat het een toevalligheid is.
Thema
Volgens mij is de papa van de schrijver overleden of heeft hij al lang geen contact meer met hem. Misschien heeft hij gewoon al een tijdje niet meer aan zijn vader of aan de tijd vroeger met zijn vader gedacht. Dat zijn allemaal mogelijkheden. In ieder geval ben ik ervan overtuigd dat hij al lang niet meer nagedacht heeft over de tijd vroeger met zijn papa, om welke reden dan ook. Deze interpretatie haal ik vooral uit de woorden “kon maken”, “voor mij om veilig onder te spelen” (kind), “vond ik van al jouw wonderen”.
Hij wil in dit geval dus het contrast tonen met vroeger en nu. Dat doet hij onder het thema ‘wolken’. Eerst echte wolken, daarna rookwolken.
Ik neem het gedicht dus vrij letterlijk op voor zover het kan. De papa deed er vroeger alles aan om zijn zoon veilig te laten spelen, buiten onder de wolken. In dit geval het kind, denkt dat zijn vader deze wolken zelf gemaakt heeft voor hem. Waarschijnlijk omdat hij nog te klein is om te weten van waar wolken komen.
In het tweede deel, dat zich volgens mij afspeelt op dit moment, zit zijn zoon aan zijn bureau en denkt opeens aan de tijd vroeger met zijn papa, door de rookwolk die hij blies. Over hoe ze onder de wolken speelden die door papa gemaakt werden.
Het thema van het eerste deel is duidelijk heimwee. Of gemis van de ‘veilige’ tijden. Waar ouders hun kinderen nog beschermen. Het thema van het tweede deel is deels hetzelfde als het eerste deel, maar daar komt dan nog de alledaagse werkelijkheid bij. Het zitten en het roken van een sigaret. De simpele gang van het leven op een ochtend.
Dus: Door iets alledaags, het roken van een sigaret aan zijn bureau en nadien het zien van de rookwolk, associeert hij de wolk met de wolken van vroeger en begint hij na te denken over toen.
Vorm
Het gedicht heeft in totaal een titel en 11 verzen. Het is verdeeld in twee delen. Een kwintet en een sextet. Tussen de twee delen is er een wending gebeurd in het verhaal. Het gedicht bevat geen leestekens en vaak gaan de zinnen gewoon door in een andere regel, waardoor het twee verzen worden.
Beeldspraak en stijlfiguren
De wolken in het gedicht staan symbool voor veiligheid in dit gedicht. Op het einde zegt de schrijver dat hij een wolkendek heeft gerookt, bijna een olympische allure. Daarmee wil hij zeggen dat het schijnt veel moeite gekost te hebben, maar dat het eigenlijk geen moeite is geweest. Dat is natuurlijk mijn interpretatie…
Rijm en klank
In dit gedicht zit niet meteen een bepaalde klank en er is ook geen rijm gebruikt.